Corporaties en data

Corporaties en data


Interview Marleen Stikker: ‘Hoe gaan we om met data?’

Marleen Stikker, internetpionier en filosoof, kijkt kritisch naar de toepassingen van digitale technologie. Maar ze is er zeker niet tegen. Volgens haar is het nodig om een fundamentele discussie te voeren over hoe organisaties – ook corporaties – data van hun gebruikers inzetten.

Tekst: Lisette Vos

Sinds haar televisieoptreden in Zomergasten in 2018 is Marleen Stikker, internetpionier en filosoof, een veelgevraagd gastspreker. In de ochtend voor dit interview hield ze een verhaal bij de ANWB, een dag na het interview was ze te gast bij de VNG. Haar kritische boodschap over internet vindt bij steeds meer organisaties gehoor. Ze vindt dat internet zich in 25 jaar heeft ontwikkeld tot een wolf in schaapskleren op hippe sneakers.

Marleen Stikker internetpionier en filosoof

Waarden technologie en data

Haar kritiek richt zich in de eerste plaats op grote techbedrijven als Google en Facebook die gratis verkregen data van gebruikers verhandelen om winst te maken. Maar ze vindt ook dat eigenlijk elke organisatie – ook een gemeente of een corporatie – staat voor de fundamentele vraag: op basis van welke waarden zetten wij technologie en data in van de gebruikers – onze burgers en huurders?

Vijfentwintig jaar geleden was Marleen Stikker burgemeester van de eerste Digitale Stad. Volgens Stikker staat de belofte van internet van destijds voor een deel nog steeds overeind. Burgers hebben wereldwijd toegang tot informatie die via het world wide web toegankelijk is. Zij hebben niet alleen toegang tot die informatie, zij kunnen die informatie ook uitwisselen en/of zich organiseren in platforms.

‘Dat deel van internet is niet stuk’, vindt ze. ‘Maar wat techbedrijven, en ook kleine startups, doen met data van hun gebruikers, is een fundamenteel probleem. Je moet als gebruiker toestemming geven om toegang tot jouw data te geven, dat klopt, maar verreweg de meesten gaan akkoord omdat ze geen andere keuze hebben als ze het platform willen gebruiken.’

Lees het complete interview op Aedes Magazine online