Concurrerende schepen short sea

Concurrerende schepen short sea


Verhaal: de toekomst van de short sea shipping markt, verslag bijeenkomst Netherlands Maritime Technology
Verschenen in: Netherlands Maritime Technology Magazine (digitaal)

Concurrerende schepen voor short sea

De crisis in de Europese short sea markt is nog niet overgewaaid. Toch zijn er in deze nichemarkt lichtpuntjes voor scheepswerven en toeleveranciers. De verwachting is dat de kustvaart over vijf jaar weer voldoende winstgevend is. In deze lastige markt hebben rederijen vooral behoefte aan concurrerende schepen.
Tekst: Lisette Vos

De conclusie van de derde studie over de Europese short sea markt, een uitgave van Nederland Maritiem Land, wijkt niet veel af van die van de twee vorige edities uit 2012 en 2013. Overcapaciteit drukt nog steeds de vrachttarieven. Aan de vraagzijde blijft de lading al jaren steken op circa 1,8 miljard ton, ook in 2015. Tegelijkertijd is de vloot (het aanbod) met 20 procent gegroeid, vooral door investeringen in schepen vlak voor het uitbreken van de crisis in 2008. Toch lijkt het tij te keren. In 2016 groeit de economie in Europa naar verwachting met 2,1 procent. Als de groei doorzet, zal de short sea markt in 2020 waarschijnlijk weer voldoende winstgevend zijn.

2NIEUW-WERK-foto-bij-short-sea-vervolgpaginaOnderzoeker Johan Wagelaar zette tijdens de NMT Netwerkbijeenkomst in Groningen – op basis van de cijfers uit het rapport – de Europese short sea markt in perspectief. De locatie in het Noorden van het land was niet voor niets gekozen: de Noord-Nederlandse maritieme sector heeft een lange traditie in de kustvaart. Maritieme bedrijven – rederijen, werven en toeleveranciers – hebben in deze regio van oudsher een stevige positie in de short sea. Crisis of geen crisis: Noord-Nederland speelt een belangrijke rol in deze niche, niet in de laatste plaats vanwege het innovatieve karakter van het maritieme cluster.

Scenario’s

Volgens Wagelaar moeten de maritieme bedrijven die actief zijn in de short sea wél rekening houden met verschillende scenario’s. De verwachting dat de markt in 2020 weer voldoende winstgevend is, is onder meer gebaseerd op economische groeicijfers die de Europese Commissie hanteert. Daarnaast neemt de vloot enigszins af, waardoor vraag en aanbod ook meer in evenwicht komen. Toch moeten rederijen, werven en toeleveranciers een plan klaar hebben als de positieve verwachtingen niet uitkomen, stelt Wagelaar. “Als het minder goed gaat dan voorspeld, moet je door dat nieuws niet worden overvallen.”

Nog steeds is sprake van een sterk gefragmenteerde markt in het vervoer van droge lading. Van de circa 750 eigenaren in Europa heeft driekwart een capaciteit van maximaal 10.000 DWT tot de beschikking: in de meeste gevallen zijn dat twee schepen. Volgens Wagelaar zal de kapitein-eigenaar met één of twee schepen het niet meer redden in de short sea markt. Dat heeft niet alleen te maken met de nog haperende economie, maar ook met de forse investeringen die nodig zijn om aan de verscherpte regelgeving te voldoen. Hierbij gaat het onder meer om het terugdringen van uitstoot van schepen. De kosten voor de aanpassingen van een schip zijn voor kleine spelers nauwelijks nog op te brengen.

Innovatie

In de komende jaren richting herstel van de markt komt het voor de grotere spelers vooral aan op creativiteit en innovatie. Ter inspiratie sloot Wagelaar zijn presentatie in Groningen af met een voorbeeld uit de praktijk: ReVolt, een innovatief concept van een onbemand elektrisch aangedreven vrachtschip. DNV GL uit Noorwegen presenteerde dit ontwerp vorig jaar tijdens de SMM Hamburg. De besparingen zijn aanzienlijk, vooral op kosten voor brandstof en onderhoud. Bovendien is er meer ruimte om lading te vervoeren, omdat het schip onbemand is. Op een termijn van 30 jaar kan de besparing volgens DNV GL oplopen tot 25 miljoen euro.

Rederij Royal Wagenborg is één van de maritieme bedrijven uit Noord-Nederland met een traditie in de kustvaart. Adviseur Albert Engelsman van Wagenborg, tot voor kort directeur, bevestigt dat de short sea markt er (nog) niet florissant voor staat. Net als in de grote bulkvaart zijn in de periode net voor de crisis grote aantallen schepen voor steeds hogere prijzen tot de markt toegetreden. “We hebben nog steeds last van overcapaciteit”, aldus Engelsman tijdens de NMT Netwerkbijeenkomst. “Als een eigenaar failliet gaat, wordt zijn schip voor een lagere prijs verkocht, en deze blijft dan wél op de markt. Dat helpt niet om de vrachtprijzen omhoog te krijgen.”

Vrachtprijs 10 procent hoger

Engelsman ziet wel degelijk lichtpuntjes voor de short sea markt. Hij constateert dat de vraag weer toeneemt. Wagenborg sluit voor 2016 en 2017 contracten af met een vrachtprijs die circa 10 procent hoger ligt. Volgens Engelsman willen klanten de zekerheid dat hun vracht op tijd wordt afgeleverd en zijn zij bereid daarvoor een hogere prijs te betalen. Daarnaast is de olieprijs historisch laag, wat een gunstig effect heeft op de vervoerskosten. Engelsman: “Al past de markt zich weer snel aan die lage prijs aan.”

Ook de sea short heeft te maken met regelgeving om de scheepvaart duurzamer te maken, zoals het terugdringen van uitstoot en de aanpak van het probleem met ballastwater. De toepassing van de benodigde technologieën verhoogt de nieuwbouwprijs van een schip, laat Engelsman in een schema zien. Innovaties in het ontwerp van een schip kunnen de rederij Wagenborg echter ook economisch voordeel opleveren. Zo heeft het schip Reestborg uit 2013 ruim twee keer zoveel draagvermogen (23.000 ton) dan het schip Egbert Wagenborg uit 1998, terwijl het benodigde vermogen van Reestborg 15 procent minder is. Dit alles heeft te maken met een slimmer ontwerp, zoals de toepassing van een eco-steven.

Wagenborg zoekt naar meer wegen om kosten te besparen, zoals een efficiëntere planning van het onderhoud en de monitoring van de schepen op afstand (bijvoorbeeld of de bemanning wel de meest efficiënte route vaart). Hoewel Royal Wagenborg vooral een traditie heeft in de short sea markt, zet de rederij ook in op andere markten, zoals de offshore. Engelsman sloot zijn verhaal in Groningen dan ook af met een filmpje over de nieuwe aanwinst van Wagenborg: de Kroonborg, een W2W (Walk to Walk-schip). Dit innovatieve schip dat wordt ingezet bij boorplatforms van de NAM in de Noordzee, is gebouwd door een scheepswerf uit het Noorden van het land: Koninklijke Niestern Sander.

Concurrerend

Volgens directeur Peter Zoeteman van Netherlands Maritime Technology hebben rederijen die actief zijn in de short sea in deze lastige tijd ‘concurrerende’ schepen nodig. Dat zijn schepen die – dankzij innovatieve en creatieve toepassingen – geld besparen en meer opleveren. Dáár liggen de kansen voor werven en toeleveranciers. “De komende vijf jaar staat de markt in de short sea er nog niet goed voor. Door mee te denken met de rederijen, kunnen werven en toeleveranciers concurrerende schepen afleveren. De kracht van de maritieme sector, ook in Noord-Nederland, ligt in het bedenken van creatieve en innovatieve toepassingen. Dat geldt niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor bestaande schepen die aan nieuwe regelgeving moeten voldoen.”

Lees mijn andere verhalen over robotica, kennis overdragen en kansen in Indonesië in het magazine van Netherlands Maritime Technology hier.

The European short sea market in perspective

Tijdens de NMT Netwerkbijeenkomst op donderdag 10 september presenteerde Johan Wagelaar de uitkomsten van de studie The European short sea market in perspective, een Engelstalige uitgave van Nederland Maritiem Land uit maart 2015. Wagelaar schreef het rapport samen met Tristan Beumer. De studie, met een uitgebreidere toelichting op de cijfers, is te bestellen bij NML.

NMT Netwerkbijeenkomst

Voor het eerst was de NMT Netwerkbijeenkomst in Noord-Nederland. Het thema op donderdag 10 september in Groningen was short sea shipping. Veel leden in het Noorden van het land zijn actief in deze markt. Met meer dan 200 bezoekers was de bijeenkomst zeer goed bezocht. Voorzitter Hans Voorneveld van NMT gaf een kort overzicht van de activiteiten van NMT.