Toekomst corporatiebranche

Toekomst corporatiebranche


Verhaal: interview met vml. Aedes-voorzitter Marc Calon over toekomst corporatiebranche
Verschenen in: jubileumuitgave t.g.v. 100-jarig bestaan van corporatie TBV Wonen in Tilburg

‘Verbinding in de wijk, dat is de kern’

Verbinding met de huurders én met partners in de wijk. Dát is in de kern de toekomst voor de corporatie, stelt voorzitter Marc Calon van belangenorganisatie Aedes.
Tekst: Lisette Vos

Volgens Aedes-voorzitter Marc Calon is het 100-jarig bestaan van TBV Wonen in Tilburg zeker een moment om bij stil te staan. ‘Dit jubileum raakt het wezen van de volkshuisvesting. We hebben het niet over kroketten die we voor snelle consumptie bakken. Corporaties bouwen huizen voor de lange termijn. Huurders wonen vaak voor lange tijd in hun corporatiewoning. De volkshuisvesting bestaat in Nederland al meer dan 100 jaar, langer dan wij als mensen doorgaans leven. We mogen trots zijn op onze sector.’

headermobile-calon-marc-hr

Maatschappelijk betrokken

De corporatiebranche heeft desondanks een lastige tijd achter de rug: veel aanbevelingen uit de parlementaire enquête naar uitwassen in de sector zijn omgezet in de Woningwet die op 1 juli vorig jaar inging. Volgens Calon is het tijd om vooruit te kijken, als maatschappelijk betrokken organisaties, zoals ook TBV Wonen zich omschrijft. ‘We zijn geen vastgoedboeren. We laten ons door de wet niet in de hoek drukken van puur stenen stapelen. We verbinden ons als corporaties met onze huurders én onze partners in de wijk, van zorginstellingen tot scholen, van schuldhulpverlening tot opvang van asielzoekers. Dát is onze toekomst.’

Juist door die verbinding, staan ook sociaal zwakkere wijken – zeker in vergelijking met omringende landen als België en Frankrijk – er relatief goed voor. Calon: ‘Ik betoog niet dat een corporatie een wijkverpleegkundige in dienst neemt, of dat een corporatie voor extra inzet van politie betaalt. We moeten wél als partners sociale problemen samen oppakken. Daarmee voorkomen we dat sommige wijken in getto’s veranderen. Daar ben ik van overtuigd.’

Vernieuwende ideeën

Calon onderschrijft daarnaast de woorden van kunstenaar en innovator Daan Roosegaarde die de branche oproept om de toekomst met open vizier te betreden. Kan niet bestaat niet, volgens Roosegaarde. Het kan wél is zijn insteek. De innovator, vooral bekend van zijn smart highways, werkt met verschillende disciplines samen om tot vernieuwende ideeën te komen. Volgens Calon zijn er in de corporatiesector talloze voorbeelden te noemen waarbij die vernieuwing al plaatsvindt, met dank aan nieuwe technologieën. Van Nul-op-de-meter-woning tot een community van bewoners op Facebook die een nieuwe buurt van nul af mogen vormgeven.

Volgens Calon is er meer ruimte voor innovatie. ‘Dat aspect heeft de laatste vijf jaar toch op een lager pitje gestaan. Heel begrijpelijk als je bedenkt wat er in de afgelopen periode op ons af is gekomen, maar nu is er weer meer tijd voor innovatieve ideeën.’

Verder voorziet Calon een aantal ontwikkelingen waarop corporaties in de nabije toekomst moeten inspelen. Als eerste stelt hij dat jongeren steeds meer naar steden trekken om te studeren en te werken, en de krimp op het platteland toeneemt. Daarnaast moeten corporaties meer investeren in nieuwbouw en/of renovatie, omdat veel woningen na een lange levensduur zijn afgeschreven. Naast de bestaande initiatieven moeten corporaties hun bezit meer verduurzamen. En huurders worden steeds ouder en blijven langer zelfstandig wonen; woningen moeten op toenemende zorg zijn ingericht.

Niet gemakkelijk

Corporaties moeten die taken vervullen in een stelstel dat – met de komst van de nieuwe Woningwet – ingrijpend is veranderd. Met meer regels. Wat in de kern niet is veranderd: corporaties zijn nog steeds private instellingen die een publiek doel dienen. ‘Ik zeg niet dat het altijd gemakkelijk is. Zo mogen corporaties alleen aan de slag met meer commerciële projecten (niet-DAEB activiteiten) als de gemeente dat vraagt en de markt het niet oppakt. Maar het blijkt dat corporaties in veel gevallen toch aan zet zijn. Wellicht hebben we even op de rem gestaan, en het duurt het door de regels allemaal wat langer, maar de bouwproductie komt wel weer op gang.’

Ook in dit geval geldt: het werk van een corporatie is vaak een zaak van lange(re) adem. Calon: ‘We zijn de stabiele factor. Al meer dan 100 jaar. Zoals gezegd: daar kunnen we trots op zijn.’

Lees het het interview in het jubileumboek (vanaf pag. 156)